Nina leeft als tiener in een stuk niemandsland in de Pyreneeën, samen met haar moeder. Haar moeder gedraagt zich dwangneurotisch, mishandelt haar geestelijk en lichamelijk. Als haar moeder sterft wordt ze door de mensen (dat zijn “duivels” zoals haar moeder haar heeft geleerd) gehaald en in therapie wordt ze weer “mens”. Ze blijft echter een natuurmens dat sterker ruikt dan ieder ander waardoor ze bijvoorbeeld het angstzweet ruikt bij mensen. Ze wordt een beroemd natuurgenezer met diverse vestigingen in Europa. Als uit het niets staat op een dag haar tweelingzus voor haar. Waarom wist ze daar niets van? Waarom mishandelde haar moeder haar zo? En wat moet ze doen als haar zus net zo plotseling verdwijnt als ze gekomen is? Ze gaat 30 jaar na het gebeurde op zoek naar oplossingen. Dan volgt een wat langdradig deel van het boek. Maar de slothoofdstukken zijn des te spannender en vindt ze haar zus en een een ontluistering over haar moeder, haar natuurlijke vader en het complot van jaren. Door dit alles ziet ze verder leven niet zitten…
Super spannend en prachtig lezen tot de laatste bladzijde.