Recensent: Willem van Hartskamp
Waardering: Matig
Taalgebruik: Onnodig grof taalgebruik, Vloeken, Bastaardvloeken, Bevat expliciete erotiek
[et_pb_reconcept_link_list admin_label="Recensie en beoorderling" title_text="Recensie een schitterend ongeluk**"] [/et_pb_reconcept_link_list]

Het is haar tweede boek. Na Het gerecht komt Inge Ipenburg nu met Een schitterend ongeluk. Een bizar verhaal over een extreem bizarre vriendschap tussen 5 mensen van middelbare leeftijd. Conclusie: De titel doet recht aan de inhoud van het verhaal, het boek is een ongeluk. Een schitterend ongeluk. En zoals meestal bij een ongeval… graag zo spoedig mogelijk het wrak opruimen zodat het (lezers)verkeer weer verder kan rijden (lezen).

Het verhaal opent met een ongeluk. Vanuit het perspectief van Merel (Mees) ben je ooggetuige van een mysterieus ongeval. Je voelt gelijk: hier is meer aan de hand. Als er dan ook nog sprake is van een man (naam vooralsnog onbekend) die wegloopt van de onheilsplek, weet je het zeker: dit gaat een staartje krijgen. Na de proloog word je meegesleurd naar het verleden, 1980. Je leert achtereenvolgens kennen: Merel (Mees), Karin, Jasper (Jas), Timo en Daniel. 5 vrienden die zich in een enge, maar ook ongeloofwaardige vriendschap storten. Extreem bizarre situaties, handelingen volgen. Met elk van de personages is iets grondig mis. Gaandeweg het verhaal wordt dat duidelijker. Het hele boek door wordt geschakeld tussen verleden en heden. Het verleden is nodig om de zaken die spelen in het heden goed te kunnen begrijpen. Dat is vaker het doel van geschiedenissen.

Ipenburg schakelt snel tussen de verschillende vrienden, vanuit snel wisselende perspectieven probeert ze helderheid te verschaffen in de vriendschappen, het ongeluk, onderhuids voelbare spanningen tussen de vrienden, maar ze wil te snel, te veel meegeven in te korte tijd. Dat maakt je benauwd als lezer. Je hapt als het ware naar adem. Je verlangt even naar rust.

De 5 vrienden hebben in het verleden een bloedverbond gemaakt met elkaar. Ze zijn voor altijd aan elkaar verbonden. Niemand zal er ooit tussen mogen komen. Daar waken ze voor. Dan blijkt dat het ongeluk geen ongeluk is. Er is zelfs geschoten in de auto voorafgaand aan het ‘ongeluk’. Jasper en Merel blijken ook iemand te hebben opgepikt. De onbekende man. Wanneer de vrienden op onderzoek uitgaan met hulp van agent Wil Heerema ontdekken ze dat Jasper er een geheim leven op na houdt in Engeland. Hij is getrouwd en heeft een kind. En dat terwijl Merel zijn vriendin in Nederland is. Het gesloten wereldje van de 5 gezworen vrienden staat op instorten: ‘De broederschap van vijf. Hun verbondenheid die op geen enkele manier veranderd is door de relatie van Mees en Jas. Die op geen enkele manier veranderde door welke relatie dan ook. Waar de buitenwereld op geen enkele manier toegang toe had. Was het aan het afbrokkelen? (…) Don was weg, Jasper had geheimen en zij en Timo overlegden wat te doen met Mees. Eilandjes waren ze ineens.’ Een ding wordt heel helder: alle vijf dragen ze geheimen met zich mee waardoor alles in een kwaad daglicht komt te staan.

Inge Ipenburg, oud-actrice van GTST, heeft met Een schitterend ongeluk geen thriller maar een echte soap geschreven. Een te zwoele en sensuele soap met spanningsrandjes. Het taalgebruik is ronduit slecht. Zelden heb ik een boek gelezen dat zoveel scheldwoorden en vloeken bevat (binnen 1 alinea zo’n 5 vloeken geteld). En zo onnodig. Ook de onnodige herhalingen in woordkeuze zoals in het citaat hierboven, storen. Ondanks de vaart in het verhaal, je leest wel door, vind ik dit boek slecht geschreven. De ongeloofwaardigheid van de plot, de karakters die echt vervelend zijn en met wie jij je als lezer slecht weet te identificeren, zorgen voor een irritant onderbuikgevoel tijdens het lezen.

‘We zijn allemaal als de dood dat we niet meer van elkaar houden. We slaan nog liever op de vlucht, we belazeren nog liever de boel dan dat we moeten accepteren dat de liefde, onze liefde, vergankelijk bleek. Vergankelijk blijkt. Dat is het ergste.’ Helaas is wat mij betreft gebleken dat Inge Ipenburg grote woorden niet weet over te zetten in een schitterend verhaal.