Gijs Wilbrink levert een schitterend debuut af. Ruw, herkenbaar voor jongeren en met vlotte pen geschreven. We maken kennis met Tom Keller. Min of meer opgevoed door zijn ooms, wordt hij door hen uitgebuit: eerste met klusjes en als hij later een talent blijkt te hebben voor de Achterhoekse motorcross, strijken ze de helft van zijn prijzengeld op. Het gehele boek draait om Tom Keller, maar nergens is hij zelf aan het woord (op het laatste hoofdstuk na). Die schrijfstijl maakt het een beklemmend boek. Hij wordt als beroemdheid gevraagd om in zijn dorp nog een keer een benefiet wedstrijd te rijden. Hij stemt in, met fatale gevolgen. Heeft hij in zijn leven, en met name tijdens zijn laatste race, altijd domme pech gehad? Of zijn er mensen die hem zo erg haten dat ze hem uit de weg willen ruimen?